Volgorde bijbelboeken
In de volgorde van de Bijbel komt dan het boek Jozua, genoemd naar de hoofdpersoon. Daarin wordt beschreven de verovering en verdeling van het land. Rechters komt na Jozua. Het vertelt hoe de stammen afvielen van de HEER. Daarop kwam er verdrukking totdat God een verlosser stuurde. Dan was het een tijdje goed. Er was geen koning in die tijd. Het boek Ruth speelt zich ook af ten tijde van de rechters.
1 en 2 Samuel is genoemd naar de eerste hoofdpersoon, Samuel.
Samuel heeft het boek niet zelf geschreven want hij sterft, terwijl Saul nog
koning is. Het boek vertelt hoe David koning wordt, eerst over Juda, later ook over de noordelijke stammen. De stad Jeruzalem wordt door en voor hem veroverd, zodat dit de stad van David wordt, los van de stamgebieden.
David wil te Jeruzalem een tempel voor de HEER bouwen, maar de Heer wijst dan zijn zoon en opvolger Salomo aan om dat te doen.
Als Salomo de tempel inwijdt (1 Kon. 8) dan is God voorlopig “onderdak”, en bij zijn volk.
Na Salomo valt het rijk in twee delen uiteen. Het zuiden, Juda en Benjamin, blijft trouw aan de nakomelingen van David, terwijl de noordelijke stammen opeenvolgende koningen krijgen.
Het noorden heet “Israël”, met Samaria als hoofdstad. De bevolking van dit noordelijke rijk is door de Assyriërs weggevoerd in ballingschap in 721-22 v Chr.
Aan het einde van 2 Koningen is echter ook de stad Jeruzalem met haar tempel verwoest en veel inwoners zijn door de Babyloniërs weggevoerd. Kortom, Gods beloften zijn vervuld, maar ook door zonde verloren. God heeft de tempel verlaten.
Profeten,klein en groot,en hun opschriften
De grote profeten zijn: Jesaja, Jeremia en Ezechiël. Zij heten groot omdat de boekrollen zo groot zijn. Elk is een boekrol. De 12 kleine profeten (die klein van omvang zijn) passen samen in een boekrol. Voordat wij stilstaan bij de grote profeten, nu eerst een overzicht van groepen boeken in de Bijbel.
Oude en Nieuwe Testament
Wij gebruiken voor het boek dat wij de Bijbel noemen het woord “Bijbel”. Dit is een vernederlandsing van het Griekse woord “Biblia”, boeken (vrouwelijk meervoud). Dit laatste woord vinden we nog op de titelpagina van de eerste uitgave van de Statenvertaling.
De Bijbel valt uiteen in Oude testament en Nieuwe testament. Het Oude testament is bijna geheel in het Hebreeuws geschreven en is gezaghebbend voor Joden. Het Nieuwe testament is geschreven in het Grieks, wat destijds de omgangstaal was in het gebeid rond de Middellandse Zee.
Protestantse uitgaven kunnen nog een derde groep boeken hebben, de zogenaamde apocriefe boeken. (Rooms katholieke bijbeluitgaven hebben deze boeken altijd en wel in de volgorde van de Griekse Bijbel, de Septuagint, en in de volgorde van de Latijnse vertaling.) Dit zijn van oorsprong Joodse geschriften van vóór het Nieuwe Testament die in het Grieks zijn overgeleverd. Zij zijn niet gezaghebbend voor protestantse kerken, maar wel van grote historische waarde. De eerste uitgave van de Statenvertaling had ze ook, afzonderlijk gegroepeerd en met een stevige waarschuwing.
Oude Testament of TeNaCH
De boeken van ons Oude testament worden van oudsher door de Joden in drie groepen verdeeld:
- Thora (de eerste vijf boeken of Pentateuch)
- Nebiiem (profeten, omvattende de vroege en late profeten waarover hieronder de toelichting)
- Chetubiem (geschriften). Dit zijn de overige boeken, te beginnen met de Psalmen. Ook Daniel valt in deze groep.
De Joodse naam voor ons Oude Testament is dan ook TeNaCh. Dit zijn de beginletters van de drie groepen, Thora,
Nebiiem en Chetubiem, met de klinkers
e en a om het uit te kunnen spreken.
In het Nieuwe testament wordt vaak verwezen naar de wet en de profeten.
Met Thora (wet) wordt ook wel verwezen naar het hele Oude testament. Ik sta hieronder stil bij Thora en profeten.
De Pentateuch /Thora
De eerste vijf boeken van de Bijbel hebben hun namen gekregen van de Griekse vertaling van het Oude Testament via de Latijnse vertaling die de namen aanhield. Dat zijn: Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri, Deuteronomium.
Die namen zijn wel door Joodse bijbelvertalers toegekend. Zij geven aardig belangrijke thema’s in elk boek weer. Genesis is het boek van oorsprongen, Exodus het boek van de uittocht, Leviticus het boek van de Levieten (of priesters), Numeri heeft een volkstelling, Deuteronomium is een tweede samenvatting van de wet.
De vijf boeken samen worden de Pentateuch genoemd. Dit Griekse woord betekent “vijf”(penta) en teuchos is boekrolomslag. De boeken werden aanvankelijk op vijf afzonderlijke leren rollen geschreven in Hebreeuwse medeklinkers. Elke rol had zijn eigen omslag. Thans worden alle vijf de boeken op een rol geschreven, wat zeer onhandig is. De vijf boeken heten ook wel Thora (wet).
De Pentateuch is het fundamentele document voor het Joodse volk. Het geeft weer waar het volk vandaan komt en waarin het bijzonder is. De vijf boeken worden jaarlijks geheel voorgelezen in de synagoge. De laatste lezing valt op het feest Simchat Thora (vreugde der Wet). De dag daarop begint men weer met Genesis.
De vroege profeten
De bijbelboeken Jozua, Rechters, 1 en 2 Samuel, 1 en 2 Koningen worden de vroege profeten genoemd. Hun namen komen van de hoofdpersonen in elk boek. Niets wijst erop dat dit ook de schrijvers ervan zijn. De Griekse vertaling noemt deze boeken de historische boeken. Voor een Griek lijken ze wel op de geschiedenissen van Herodotus.