Studiekatern De Bijbel, inleiding en overzicht
Door John L.Karsten
Inleiding
Er volgt eerst een korte inleiding over enige Nederlandstalige Bijbels. Afzonderlijk volgt een stuk over tekstuitgaven.
Enige Nederlandse Bijbels
Het Oude Testament, het eerste deel van de Bijbel, is oorspronkelijk geschreven in het Hebreeuws en enige hoofdstukken in het Aramees. Het Nieuwe Testament is geschreven in het Grieks, toen veel gesproken als handelstaal in de landen rond de Middellandse zee. De hele Bijbel is vaak vertaald. In wat volgt sta ik stil bij enige Nederlandse vertalingen en hoe zij vertaald zijn. Op internet zijn Bijbelvertalingen te vinden op: www.debijbel.nl
- Staten-Vertaling (1637)
Deze protestantse bijbel uit 1637 was tot halverwege de vorige eeuw de meest gebruikte vertaling. De vertalers hebben de woorden en zinnen in de oorspronkelijke talen overgezet in wat toen gewoon Nederlands was [Aanvulling: De Statenvertaling heeft vaak dezelfde woorden als de eerdere Deux-Aesbijbel , zie D.J. de Kooter, De Statenvertaling een “nieuwe overzetting”? in Met andere woorden, 37 / 1 mei 2018, pp. 24-29). Eerdere nummers van Met andere woorden zijn digitaal te vinden op de website www.bijbelgenootschap.nl/maw
De eerste uitgaven hadden uitgebreide aantekeningen en ook de zogenaamde apocriefen waren mee vertaald. In latere jaren is de schrijfwijze van woorden gemoderniseerd. Toch is de vertaling voor gewone lezers nu moeilijk te lezen. Deze vertaling was mijn (JK) tweede Bijbel, na de Engelse King James Version. Toen ik (in 1961) al lezend in Leviticus aankwam, met zijn offers van vaarzen (dat zijn eenjarige kalveren) kreeg ik gelukkig de NBG 1951.
- Bijbel Vertaling 1951. NBG 51
Deze vertaling is wellicht het meest bekend onder de generatie geboren na de oorlog. Vaak wordt het “de nieuwe vertaling” genoemd, ter onderscheiding van de oude, de Statenvertaling. De vertaling was gebruikelijk in Protestantse kerken en gemeenten. Gemaakt door oudere hoogleraren was het Nederlands eigenlijk nog vooroorlogs. De vertaling was gebaseerd op de wetenschappelijke uitgaven van de oorspronkelijke talen. Toch was het ook een voortzetting van de Statenvertaling. Dat is vooral daaraan te zien dat, waar er in het huidige Griekse testament woorden of gedeelten ontbreken, zij wel in de NBG 51 staan, en wel tussen [vierkante haakjes].
- Willibrordvertaling (1995)
Dit is een Rooms-katholieke vertaling, die echter niet is goedgekeurd door Rome om in de viering (of mis) gelezen te worden. Er is strikt genomen niets specifiek Rooms aan deze vertaling. Daarom zijn zeer behoudende katholieken er niet over te spreken. De tekst in de duurdere uitgaven gaat gepaard met inleidingen, aantekeningen en tekstverwijzingen die uiterst nuttig zijn. Zo worden o.a. personen en plaatsen uitgelegd.
- Groot Nieuws Bijbel (1983)
Deze vertaling uit 1983 was niet bedoeld voor kerk en kansel maar voor mensen die het ouderwetse Nederlands van de NBG 1951 niet konden volgen. De ondertitel was dan ook “een vertaling in omgangstaal”. Aan deze vertaling lagen nieuwe inzichten ten grondslag, opgedaan door vertalers die werkten in talen die helemaal anders waren dan Grieks, Hebreeuws en westerse talen. De nieuwe werkwijze was als volgt. De grondtalen werden omgezet (aanvankelijk in Engels) in kernzinnen, met verbindingswoorden. Dan werden de kernzinnen in begrijpelijk Nederlands omgezet. Daarnaast werden begrippen geanalyseerd en, zo nodig, vereenvoudigd. Zo is het woord “schaap” in landen zonder schapen vertaald als ”dier dat op een lama lijkt”. Deze vertaling was een gezamenlijke uitgave van het Nederlands Bijbelgenootschap en de Katholieke Bijbelstichting. De uitgave is herzien in 1996. Daarbij is de Nederlandse spelling aangepast aan de nieuwe regels. Deze uitgave is in de zondagschool van onze gemeente De Oase gebruikt tot de Bijbel in gewone taal uitkwam in 2014.
- Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) 2004
Het idee voor een nieuwe Bijbelvertaling voor de kerken kwam van het Nederlands Bijbelgenootschap. Ik (JK) was in de vergadering van de Raad van Contact en Overleg inzake de Bijbel, een overlegorgaan van bijbelproducenten en bijbelgebruikers, dat niet meer bestaat. In Engeland was in 1970 een nieuwe vertaling verschenen, de “New English Bible”, inmiddels in 1989 herzien en uitgegeven als de “Revised English Bible”. Het nieuwe van deze vertaling was dat het geen voortzetting was van de vertaaltraditie die teruggaat tot William Tyndale en die in de King James Versie en diens opvolgers zoals de Revised Version en de Revised Standard Version, vervat is. Zo is de Nieuwe Bijbelvertaling niet een herziening van de Statenvertaling. De vertaling is literair en richt zich op de geoefende Nederlands lezer. Dat is ongeveer 40% van de Nederlanders. Er is vertaald in koppels , met steeds een bijbeltaalkenner en een Neerlandicus. Het lijkt dat naarmate geleerden beter worden in Hebreeuws en Grieks zij minder oog hebben voor wat goed en verstaanbaar Nederlands is. Daarvoor zorgen is de taak van de Neerlandicus. Daarenboven waren er uit kerken en synagogen supervisoren, die commentaar gaven op de concepten. Ik had het voorrecht om gedurende het hele traject, dit 13 jaar te mogen doen. Belangrijk bij het vertalen is het onderscheid tussen taalkenmerken en tekstkenmerken. Taalkenmerken zijn taaleigen en moeten niet vertaald worden, tekstkenmerken wel. Hierin is een verschil te zien met de Statenvertaling en de Herziene Statenvertaling, waar vaak taalkenmerken wel in het Nederlands terecht komen. Er is 13 jaar aan de NBV vertaling gewerkt en thans wordt aan een herziening gedacht. [NBV21 komt in september 2021 uit]. Deze vertaling is de kanselbijbel in de PKN en vele andere kerken. In 2016 is deze vertaling gekozen tot boek van het jaar.
- Bijbel in gewone taal (BGT) 2014
In zeven jaar tijds is deze vertaling gemaakt. Het is een echte vertaling uit de grondtalen in “gewoon Nederlands”. Wat is gewoon Nederlands? Kort gezegd, bekende woorden en eenvoudige zinsbouw zonder hele lange zinnen. Gewone woorden zijn woorden die te vinden zijn in een lijst die aangeeft welke woorden bijna alle Nederlands sprekenden zullen kennen. In de vertaling zijn alleen die woorden gebruikt, behalve als het niet anders kan. Een voorbeeld. In Lucas 7:2 is sprake van een honderdman (Statenvertaling), centurio (NBV), Romeins officier (BGT). Welke weergave begrijpt u onmiddellijk?
Dan zijn er afspraken over zinsbouw, steeds niet meer dan één bijzin. Immers, alleen maar enkelvoudige zinnen is eentonig, maar zinnen met bijzinnen van allerlei soort zijn niet voor alle lezers goed te volgen. Tot slot wordt beeldspraak zo mogelijk concreet gemaakt. Een voorbeeld, Psalm 23:1 NBG 51 “De HEER is mijn herder, mij ontbreekt niets”. BGT “De Heer zorgt voor mij, zoals een herder voor zijn schapen zorgt”. Evenals bij de NBV is voor deze vertaling gewerkt in tweetallen, met een vertaler en een Neerlandicus.
Er zijn al een aantal uitgaven, bijvoorbeeld de Samenleesbijbel. Een predikant zei over deze vertaling dat hij na de schriftlezing minder uit te leggen had. Er is inmiddels een boekje verschenen van de vertalers met als titel: Een Bijbel zonder ark . Hierin worden vertaalkeuzes met humor en leuke illustraties toegelicht.
(Deze vertaling is in het Nieuwe Testament gebaseerd op de meest recente wetenschappelijke uitgave van het Griekse Nieuwe Testament, die aangeduid wordt als Nestle-Aland 28 editie, afgekort N-A 28)
- Herziene statenvertaling (2010)
De Herziene Statenvertaling wil geen nieuwe vertaling zijn, doch een hertaling en herziening van de Statenvertaling van 1637. Daartoe is uiteraard de spelling bijgewerkt en onbekende en misleidende woorden vervangen. Er is zo veel mogelijk woord voor woord vertaald, terwijl aanvullingen cursief zijn gedrukt. De Godsnaam (YHWH) is steeds als HEERE / Heere weergeven. Wat mij opvalt is dat ondanks de nadruk op woord voor woord de vertalers in het Hebreeuws toch nieuwe inzichten gebruiken. Eerste voorbeeld: in de oude Statenvertaling komen wij talloze malen het woord “zeggende” tegen, waarna de directe rede (d.w.z. wat iemand zegt) volgt (o.a. Deut. 9:13). Dit woord wordt weggelaten en vervangen door dubbele punt. Een tweede voorbeeld van nieuw inzicht is Zacharia 8:3 in de NBG51 nog “berg van zijn heiligheid” terecht vertaald als “de heilige berg”. De namen in deze bijbel volgen niet de afspraken gemaakt tussen de Nederlands Bijbelgenootschap en de Katholieke bijbelstichting, waardoor de uitgaven van beide dezelfde schrijfwijzen krijgen. Opvallend is wel dat deze vertaling, net als de meeste recente vertalingen proza in twee kolommen weergeven en dichterlijke stukken zonder kolommen.
Wij komen aan bij wat ik als een ernstige nalatigheid beschouw. De vertalers blijven bij de vorm van de Griekse tekst welke in 1637 ten grondslag lag aan de Statenvertaling. Daarmee wijzen zij 500 jaar tekstonderzoek met steeds meer gegevens en nieuwe inzichten af. (Zie het blad Met andere woorden, [16], 3 & 4 Themanummer De bronteksten van de Bijbel.) Wat in de NBG51 tussen vierkante haakjes staat, staat in deze vertaling weer er helemaal in, en waar recentere vertalingen gebaseerd zijn op de meest recente resultaten van onderzoek naar de tekst blijft deze vertaling bij een gedrukte Griekse tekst die aantoonbaar minder goed is dan wat wij nu hebben.
Een voorbeeld. In Openbaring 22:19 vinden we in de Herziene Statenvertaling: “En als iemand afdoet van de woorden van het boek van deze profetie, zal God zijn deel afdoen van het boek des levens, en van de heilige stad, van de dingen die in dit boek geschreven zijn.” Het gaat hier om de woorden “boek des levens”. Wat is er mis? Het hele Nieuwe Testament is oorspronkelijk in de Griekse taal geschreven. De oorspronkelijke handschriften zijn in het Grieks steeds overgeschreven, en er zijn na verloop van tijd vertalingen gemaakt. Er is geen enkel Grieks handschrift dat de weergave “boek (des levens)” heeft. Alle Griekse handschriften hebben “boom (des levens)”. Waar komt het foutieve “boek des levens” vandaan? In het kort, Erasmus werd gevraagd een uitgave van het hele Nieuwe testament in het Grieks, met daarnaast een Latijnse vertaling, te verzorgen voor de drukpers. Deze uitgave was weliswaar de tweede uitgave van het Griekse testament dat gedrukt werd, maar toch de eerste die op de markt kwam in 1516. Het was een groot succes, ofschoon er vele drukfouten in zaten. Erasmus had maar een paar Griekse handschriften tot zijn beschikking. Niet één daarvan had het hele Nieuwe testament. Zijn ene handschrift met het boek Openbaring was in de twaalfde eeuw gemaakt. De bladzijde met de laatste 6 verzen van het boek Openbaring was verloren gegaan in dit handschrift. Dat was geen probleem voor Erasmus. Die vertaalde gewoon de laatste 6 verzen, waaronder vers 19, vanuit het Latijn naar het Grieks. In een aantal late handschriften van de Bijbel in het Latijn, de Vulgaat genoemd, was een fout ingeslopen. In plaats van “ligno”/boom stond er ”libro”/boek. Deze fout is blijven staan in de daarop volgende uitgaven, die de basis waren voor de oude Staten vertaling en de King James Version. Dit is een voorbeeld waarin de Herziene Statenvertaling tegen beter weten in, n.l. tegen alle Griekse handschriften, een fout in de Statenvertaling handhaaft.
De HSV blijft in de brieven van hert NT de aanspreekvorm “adelfoi” vertalen met “broeders”. Het Griekse woord is grammaticaal mannelijk en meervoud. Echter, er is thans overvloedig bewijs dat dit woord in deze vorm door Grieks sprekenden gebruikt werd als aanspreekvorm voor een gemengde groep met mannen en vrouwen. Zie de lexicon van Bauer, Arndt, Gingrich, Danker “adelfos”. Recente vertalingen vertalen terecht met “broeders en zusters”, want in het Nederlands zijn “broeders” uitsluitend mannen. HSV handhaaft een achterhaalde vertaling door de uitdrukking half te vertalen. Daarbij suggereren zij dat alleen mannen aangesproken werden.
Staan we stil bij Rom. 16:7 HSV “Groet Andronicus en Junias, mijn familieleden en mijn medegevangenen, die in aanzien zijn bij de apostelen, die al eerder dan ik in Christus waren”. Het gaat om de naam “Junias”. Recente vertalingen (NBV / NBV21, BGT, maar ook de eeuwenoude Engelse King James Version hebben hier “Junia” (dus zonder “s”). Wat is het verschil en wat is het meest aannemelijk? Eerst het verschil. “Junias” (met s uitgang) is grammaticaal mannelijk en zou dus betekenen dat het hier om een man gaat. (vergelijk in Rom. 16:8 HSV Groet Amplias, mijn geliefde broeder in de Heere”. “Amplias” is grammaticaal mannelijk (want eindigend in de nominatief op “s”). Vandaar het cursief toegevoegde broeder. Dit woord staat niet in de Griekse grondtekst (en is daarom cursief gedrukt) maar is nodig in het Nederlands). “Junia” (eindigend “a” in de nominatief) is echter vrouwelijk en wordt gebruikt om een vrouwspersoon aan te duiden. Wat is juist? Er is een probleem. In de Griekse tekst is de naam weergegeven in verbuiging en zonder accenten. Voor het Nederlands en Engels moet het teruggebracht worden tot de nominatieve vorm (woordenboekvorm). In theorie kan dit zijn “as” (mannelijk) of “a” vrouwelijk. Welke is juist? De naam ” Junias” komt nergens anders voor. De naam “Junia” kwam niet alleen voor maar kwam veel voor. (Onze maand ” Juni” komt hiervan). Tot de elfde eeuw waren Griekssprekende kerkvaders het er over eens dat dit Junia was en een vrouw. Pas toen had iemand er een probleem mee dat er een vrouw was die tot de apostelen werd gerekend. Wij hebben al genoemd dat de oude King James Version ook al Junia had. De NA 27 en 28 accentueren het woord als vrouwelijk, in navolging van de oudste accentuatie te vinden in handschriften van Romeinen. Zie E.J. Epp, Junia.The First Woman Apostle. Minneapolis: Fortress, 2015.
Er zijn nog vele andere plaatsen waar de HSV zonder enige waarschuwing aantoonbaar achterhaalde tekstkeuzes heeft. Dit komt omdat zij simpelweg de Statenvertaling volgen.
Er is een studiebijbeluitgave van de HSV. De inleidingen en aantekeningen zijn een vertaling van een Amerikaanse uitgave, waarbij de tekst van de English Standard Version (ESV) is gebruikt. Deze uitgave is een herziening van de RSV, die een herziening is van de RV, die een herziening is van de King James Version. De ESV is gebaseerd op de NA27, omdat de NA28 nog niet uit was. Bespreking van tekstvarianten die eigen zijn aan de HSV komt niet voor.
Slotvraag: welke vertaling heeft u en leest u? Een gemeentelid vertrouwde mij toe dat zij altijd eerst in De Bijbel in gewone taal leest, en dan hetzelfde stuk in de Nieuwe Bijbelvertaling. Een prima idee. In september 2021 is de NBCV21 uitgekomen. Die verdient de voorkeur.