Artikelindex

De vrucht van de Geest is zelfbeheersing

Het eerste vruchtdeel van de Geest is liefde, het laatste is zelfbeheersing. In de Griekse wereld, maar ook wel bij ons zal een goede schrijver in een opsomming het belangrijkste aan het begin zetten en/of aan het einde. Paulus begint met het belangrijkste, namelijk liefde. God is liefde, en christenen worden opgeroepen elkaar lief te hebben. Liefde is dus de allerbelangrijkste deugd (1 Cor. 13).

 

Zelfbeheersing in de Grieks-Romeinse wereld

Zelfbeheersing staat aan het einde van de opsomming. Dit is ook een plaats met nadruk. Voor de Grieken en Romeinen is zelfbeheersing een belangrijke, zo niet de belangrijkste deugd.

De wijsgeer Socrates beschouwde zelfbeheersing als de eerste deugd, omdat het de basis is voor al het andere.

Aristoteles gaat verder. In zijn bespreking van wat tot een goed leven leidt (Eth. Nic.VII.1-11) maakt hij onderscheid tussen de wijze mens die helemaal geen verkeerde verlangens kent, en de persoon die wel de verleiding voelt, maar deze kan weerstaan.

Zelfbeheersing veronderstelt verlangens die al dan niet goed zijn, afhankelijk van wat we verlangen. Voedsel hebben we nodig om te leven. Wij mogen er ook van genieten. Echter, als we geen weerstand kunnen bieden aan allerlei hapjes, waardoor we ernstig overgewicht krijgen, dan schieten we tekort aan zelfbeheersing. Pas echter op voor de gedachte dat iemand die dik is dus te veel eet en zich niet kan beheersen. Er spelen wellicht ook andere factoren een rol.

Seksualiteit is ook een sterke kracht. Die is nodig voor voortplanting, enz. Buiten het huwelijk kan seksualiteit ontsporen. Voor Grieks sprekenden kan zelfbeheersing ook slaan op juist gedrag in seksueel opzicht.

Dit kan ons verbazen. Immers, de beroemde Atheense staatsman en redenaar heeft ooit gezegd: Wij (Atheners) hebben een wettige echtgenote voor wettige nakomelingen, vriendinnen voor “plezierige omgang” en prostituees voor “fysieke ontspanning”.

Bij zelfbeheersing zou Demosthenes denken aan het vermijden van overdaad en het zich houden aan de sociale normen. Wie teveel geld uitgeeft aan… schiet tekort in zelfbeheersing.

Als Pericles, een andere beroemde Atheense staatsman zijn vrouw verlaat om bij zijn vriendin te gaan wonen, is dit ook een tekort schieten in zelfbeheersing. Na zijn dood is die vriendin dan ook vermoord door andere vrouwen in Athene.

De man die christen werd moest afstand doen van vriendinnen en prostituees en zich beperken tot zijn eigen vrouw (1 Kor. 7:1-8). Zelfbeheersing is dan ook nodig.

Christenvrouwen zouden ook aan die verandering moeten wennen. Immers, nu moesten zij niet slechts zorgen voor een paar wettige kinderen en het huis runnen. Zij moesten nu ook een goede vriendin zijn voor hun man, zonder de opleiding in muziek en algemene ontwikkeling waar beroepsvriendinnen in uitmunten. Ook moest zij klaar staan voor seksuele omgang.

 

Zelfbeheersing in de Bijbel

Het Griekse woord komt zeven keer voor in het Nieuwe testament, als naamwoord, werkwoord en bijvoeglijk naamwoord. Als laatste van de reeks “vrucht van de Geest” in Galaten 5 en verder in de volgende verzen.

Handelingen 24:24-26: 24  Enkele dagen later ging Felix samen met zijn vrouw Drusilla, die een Jodin was, naar de gevangenis. Hij liet Paulus halen om te horen wat hij over het geloof in Christus Jezus te zeggen had.

25  Maar toen Paulus sprak over gerechtigheid en zelfbeheersing en over het komende oordeel van God werd Felix bang en zei: ‘Voorlopig kunt u gaan. Wanneer ik in de gelegenheid ben, zal ik u weer laten roepen.’ 26 Maar intussen hoopte hij dat Paulus hem geld zou aanbieden; daarom liet hij hem telkens weer komen voor een gesprek.

Paulus is een gevangene. Hij wordt verhoord door Felix. Felix was de Romeinse proconsul van Judea en Samaria van 52-54 na Christus. Hij was het hoogste gezag. Zijn echtgenote Drusilla was Joodse, een dochter van de Joodse koning

Herodus Agrippa I.  Drusilla was jong getrouwd met een andere koning, die verliet zij om de echtgenote van Felix te worden. Die was ook al twee keer eerder getrouwd geweest. Zelfbeheersing sprak hem duidelijk niet aan.

1 Kor.7:9: 8. Wat de weduwen en weduwnaars betreft, zeg ik dat het goed voor hen zou zijn alleen te blijven, zoals ik. 9  Maar wanneer ze dat niet kunnen opbrengen, moeten ze trouwen, want het is beter te trouwen dan te branden van begeerte.

In hoofdstuk 7 van zijn brief geeft Paulus antwoord op vragen die de gemeente in een brief aan hem heeft gesteld. De eerste vraag van hun kant vraagt eigenlijk om een voorschrift. Christenen die getrouwd zijn, zouden alle seksuele omgang moeten staken. Paulus wijst dit idee resoluut af (1 Kor. 7:1-6).

Een tweede vraag betreft christenen die weduwe of weduwnaar zijn geworden. Die zijn mogelijk al wat ouder. Voor hen heeft Paulus advies. Zelf is hij ongetrouwd. Daardoor heeft hij niet de zorg van vrouw en kinderen en kan hij zich geheel wijden aan het werk van de Heer. Zijn advies is: blijf, zo mogelijk, ongetrouwd. Echter, als zij het niet kunnen opbrengen (d.w.z. als zij in zelfbeheersing tekort schieten) dan doen zij er beter aan te trouwen.

In onze tijd zijn ook mensen die ongetrouwd zijn. Zij hebben er niet altijd zelf voor gekozen. Soms wordt een huwelijk op latere leeftijd gesloten.  Ongetrouwd zijn is wel een mogelijkheid m.b.t. zorgen voor anderen.

1 Kor.9:24-27: 24 Weet u niet dat van de atleten die in het stadion een wedloop houden er maar één de prijs kan winnen? Ren als de atleet die wint. 25  Iedereen die aan een wedstrijd deelneemt beheerst zich in alles; atleten doen het voor een vergankelijke erekrans, wij echter voor een onvergankelijke. 26  Daarom ren ik niet als iemand die geen doel heeft, vecht ik niet als een vuistvechter die in de lucht slaat. 27  Ik hard mezelf en oefen me in zelfbeheersing, want ik wil niet aan anderen de spelregels opleggen om uiteindelijk zelf te worden gediskwalificeerd.

In hoofdstuk 9 verdedigt Paulus zich door te wijzen op rechten waarvan hij geen gebruik maakt. Tegenstanders beweren dat Paulus in zijn eigen onderhoudt voorziet, omdat hij zou weten geen echte apostel te zijn. Paulus zegt dat hij afziet van rechten om geen belemmeringen voor het Evangelie op te werpen. Hij heeft het recht een echtgenote op kosten van de gemeenten mee te nemen, maar doet dat niet. Zijn levensstijl, werken voor zijn onderhoud en geen vrouw hebben, vereist discipline. Hij vergelijkt het met wat een atleet of sportman moet doen. Om te kunnen deelnemen en winnen is zelfbeheersing nodig.

Titus 1:7-8: 7  Een opziener moet als beheerder van Gods huis onberispelijk zijn: hij mag niet eigenzinnig optreden, niet driftig zijn, niet te veel drinken, niet gewelddadig zijn en niet hebzuchtig; 8  hij moet juist gastvrij zijn, goedwillend, bezonnen, rechtvaardig, toegewijd en beheerst.

Paulus schrijft aan zijn medewerker Titus. Die is op het eiland Kreta. Daar moet hij leiders in de gemeenten aanstellen. Paulus noemt een aantal vereisten. Daaronder is ook de vereiste dat de persoon “zich kan beheersen”.

2 Petrus 1:5-3-8: 3 Zijn goddelijke macht heeft ons alles geschonken wat nodig is voor een vroom leven, door de kennis van hem die ons geroepen heeft door zijn majesteit en wonderbaarlijke kracht.

4  Hiermee zijn ons kostbare, rijke beloften gedaan, opdat u zou ontkomen aan het verderf dat de wereld beheerst als gevolg van de begeerte, en opdat u deel zou krijgen aan de goddelijke natuur.

5 Span daarom al uw krachten in om uw geloof te verrijken met deugdzaamheid, uw deugdzaamheid met kennis, 6  uw kennis met zelfbeheersing, uw zelfbeheersing met volharding, uw volharding met vroomheid, 7  uw vroomheid met liefde voor uw broeders en zusters, en uw liefde voor uw broeders en zusters met liefde voor allen.

8  Als u deze eigenschappen in overvloed bezit, is uw kennis van onze Heer Jezus Christus niet nutteloos maar vruchtbaar.

Petrus benadrukt eerst wat God heeft gedaan en aan ons heeft gegeven.

Omdat wij geweldige beloften hebben gekregen, kunnen wij toenemen in de zeven genoemde goede eigenschappen. Daarbij hoort dus ook zelfbeheersing.

 

Tot slot

In dit leven willen wij vaak hebben wat wij zien. Kinderen die televisiereclame zien van speelgoed roepen vaak: “Dat wil ik.” Goedkope winkels verkopen goed omdat zij zo goedkoop zijn en wij dan vanwege de korting soms/vaak kopen wat we niet nodig hebben.

Alle mensen hebben het nodig om na te gaan wat zij aan geld binnenkrijgen, en dan wat er aan vaste lasten uitgaat.

Christenen zijn rentmeesters. Een tip: begin met God. Wat geeft u maandelijks aan de gemeente? Als het voldoende is en aantoonbaar (via de bank) dan is het ook nog belastingaftrekbaar.

Wat betreft eten en drinken geldt: wat u niet in huis heeft kan u niet verleiden. Genieten mag, maar genieten met mate is wel zo gezond en betaalbaar. Ken uw zwakte, en stel uw grenzen. U bent ook als een sportman, maar u “rent” voor een betere prijs.

Geef de Heilige Geest de ruimte om Zijn vrucht in u te laten bloeien. De mensen om u heen zullen het merken.

 

Op de kaart