Artikelindex

De vrucht van de Geest is goedheid

Het Griekse woord dat Paulus in Galaten 5:22 gebruikt (voor goedheid) is opvallend. Het wordt ongeveer 12 keer gebruikt in de Griekse vertaling van het Oude Testament. Deze vertaling wordt de Septuaginta genoemd, een woord dat “zeventig” betekent in het Grieks. Vandaar ook de afkorting LXX, dat 70 is in Romeinse letters.  Paulus gebruikt het woord vier keer. Verder komt het woord niet voor in of buiten de Bijbel. 

Ofschoon het woord niet veel voorkomt zou iemand die Grieks spreekt toch onmiddellijk begrijpen wat er wordt bedoeld. Het woord is samengesteld uit twee delen. Eerst het bijvoeglijk naamwoord “agathos”, dat “goed” betekent, en dan het achtervoegsel “syne” dat een eigenschap aanduidt. Negentien woorden met dit achtervoegsel staan in het Griekse Nieuwe Testament. Vaak wordt dit in het Nederlands vertaald met het achtervoegsel “heid”. Een voor de hand liggende vertaling is dan “goedheid”.

Goedheid houdt in het verlangen goed te doen voor de ander.  Goed zijn betekent ook een ieder het zijne geven. Echter, dit kan op zichzelf genomen ook tot hardheid leiden. Daarom is “goedheid” voorafgegaan door vriendelijkheid.

Wij kijken naar de overige drie keer dat het woord bij Paulus voorkomt.

Romeinen 15:14-15 '14 Broeders en zusters, ikzelf ben ervan overtuigd dat u inderdaad niets dan het goede wilt en dat het u niet aan kennis ontbreekt, zodat u ook in staat bent om elkaar terecht te wijzen. 15 Ik heb u hier en daar nogal vrijmoedig geschreven, maar alleen om u te herinneren aan wat u al weet. Ik doe dat vanwege de genade die God mij geschonken heeft.'

Paulus is bijna aan het einde van een lange brief. Die is gestuurd aan een gemeente die hij niet zelf heeft gesticht. Hij wil die gemeente bezoeken op doorreis naar Spanje en hij hoopt op steun bij dit zendingsproject. Door deze brief laat hij de gemeente te Rome weten wat hij als evangelie verkondigt. Daarmee laat hij ook zien dat zijn weergave van het evangelie in hoofdzaken overeenkomt met wat zij ook geloven. Mogelijk diept hij dit verstaan ook uit.

Vanaf hoofdstuk 12 doet hij een oproep tot eenheid en verdraagzaamheid. Dit kan verkeerd vallen, alsof hij hen kan bevelen. Daarom geeft hij aan dat hij niet twijfelt aan de wil van de gemeenteleden om het goede te doen. Ook hebben zij de kennis. Hij heeft hen herinnerd aan hoe zij het goede kunnen doen, namelijk door elkaar te aanvaarden.

2 Tess. 1:11 'Daarom bidden wij altijd dat onze God u deze roeping in ere doet houden, dat hij u door zijn kracht de vaste wil geeft het goede te doen en u door uw geloof al het mogelijke tot stand laat brengen.'

Paulus eindigt deze brief met een verwijzing naar Jezus’ wederkomst.  Met het oog op die komst van de Heer spreekt hij een gebed uit voor de gemeente. Hij bidt dat zij zowel het zich het goede zullen voornemen, alsook door hun geloof het goede zo veel mogelijk tot stand brengen.

Er zijn mensen met een geloofsovertuiging die alles aan God overlaat. Een voorbeeld daarvan is hoe sommige Amerikaanse christenen denken over het opwarmen van de aarde door CO2 uitlaten, welke opwarming gepaard gaat met klimaatverandering. Zij geloven dat God er wel voor zal zorgen dat het klimaat niet drastisch verandert. Ondertussen doen zij zelf niets.

Verandering brengt kosten met zich mee. Zonder in paniek te raken is het echter wel wenselijk het goede te doen, namelijk maatregelen steunen die bijdragen tot inperking van die CO2 uitstoot.  Passiviteit is geen bewijs van vertrouwen in God. Soms willen we goed doen, maar gaan dan voorbij aan wat de ander echt wil of nodig heeft. Vraag voordat je de tuin van een ander opknapt wat die ander wil. Misschien wil de ander liever een oertuin vol onkruid en bladeren dan een aangeharkt gazon.

Ef. 5:8-9 '8 want eens was u duisternis maar nu bent u licht, door uw bestaan in de Heer. Ga de weg van de kinderen van het licht. 9 Het licht brengt goedheid voort en gerechtigheid en waarheid.'

Paulus begint door de lezers van zijn brief in herinnering te brengen dat zij ooit los van God leefden. Dat noemt hij duisternis. Als het echt donker is weten we niet waar we zijn of waar we naar toe gaan. Toen hebben zijn lezers het evangelie gehoord, het geloofd en zijn zij gedoopt. Nu zijn zij licht. Wie licht is, is zichtbaar, weet waarheen hij gaat. Als kinderen van het licht past een leven dat daarmee overeenkomt. Leven in het licht als christen is leven in goedheid, in gerechtigheid en in waarheid.

Iemand gaf eens als levensdoel op: zo lang mogelijk zoveel mogelijk goed te doen aan zoveel mogelijke mensen. Dit is een goede gedachte.

 

Op de kaart

Image result for anbi logo